Conciliebanken

Deze 4 rijen simpele houten banken met eenvoudige groenkleurige zittingen in het voorste deel van het kerkschip maakten gedurende de jaren 1962 tot 1966 deel uit van de banken die opgesteld waren in het middenschip van de St. Pieter. Het waren de zitplaatsen voor de bisschoppen en waarnemers die deelnamen aan het Tweede Vaticaans Concilie. 

Het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) was de grote kerkvergadering waar zo’n 2000 bisschoppen bijeen waren om te bepalen hoe de boodschap van Christus in de twintigste en eenentwintigste eeuw gestalte kon worden krijgen.

Gedurende de hele periode dat de bisschoppen in verschillende zittingen bijeen waren, was de St. Pieter tot een ‘arena’ omgebouwd met trapsgewijs oplopende zitbanken aan beide kanten van het middenschip. Iedere conciliedag spoedden de kerkvorsten, de waarnemers vanuit de andere kerken en verdere deelnemers zich naar deze aula ter vergadering. Hier kregen de belangrijke constituties hun definitieve vorm: over de Liturgie, over de Kerk, over het Woord Gods, over de Godsdienstvrijheid, de relatie tot de andere kerken, tot de joden en de grote wereldgodsdiensten, over de plaats van de Kerk in de wereld (Gaudium et Spes), enz.

Na het concilie werden de stellages afgebroken en verdwenen de meeste zitbanken. Vier rijen zitplaatsen werden in de Friezenkerk geplaatst door de Broederschap, met wie wij de kerk delen.  Ze zijn in de lengte opgesteld, zodat ze kunnen dienen tot ‘koorgestoelte’. De leden van de Broederschap zijn gewoon om ’s zondagsmorgens voor hun H. Mis een aantal gebeden in afwisseling te zeggen en te zingen, dan de ene kant, dan de andere kant,  tegenover elkaar staande in de ‘koorbanken’. 

Twee Nederlandse kerkgangers hechtten in het bijzonder aan de banken. Het waren de dames Leideke Galema en Jozefa Koet, beiden behorende tot de religieuze gemeenschap ‘Vrouwen van Bethanië’. Kardinaal Bea en Mgr. Willebrands van het Secretariaat tot bevordering van de Eenheid van de Christenen hadden vlak voor het Concilie begon, de in Rome wonende Vrouwen van Bethanië gevraagd om zorg te dragen voor de waarnemers uit andere kerken en kerkelijke gemeenschappen en hun echtgenotes, zodat ze zich in de stad thuis zouden voelen. Met grote toewijding hebben zij dit gedaan.
Er zijn vriendschapsbanden ontstaan en zo is het niet verwonderlijk, dat ook na het Concilie er talloze niet-katholieke Rome-gangers zijn geweest die een beroep op Jozefa en Leideke zijn blijven doen. Ze vonden gastvrijheid in hun huis vlakbij Piazza Navona en kregen een deskundige rondleiding door Rome. 

In 2001 namen de dames afscheid van Rome en van de gemeenschap rond de Friezenkerk. De jaren begonnen voor hen steeds meer te tellen. Ze verhuisden naar Arnhem in Nederland. Om hun 40-jarige inzet voor de andersdenkende christenen blijvend te gedenken, werden bij gelegenheid van dit afscheid twee herinneringsplaatjes – een in het Nederlands en een in het Italiaans – aangebracht op de beide banken.

De tekst luidt als volgt:

 

FACTUM ABIIT MONUMENTA REMANENT

(Ovidius: het gedane gaat voorbij, de tekenen ter herinnering blijven.)

Gedurende de jaren 1962 tot 1966 maakten deze stoelen deel uit van de banken die opgesteld waren in het middenschip van de Sint Pieter. Zij dienden tot zitplaatsen voor de bisschoppen en waarnemers die deelnamen aan het Tweede Vaticaans Concilie.

Ook in de 21ste eeuw brengen zij ons deze jaren van Kerkvernieuwing weer voor de geest.

Dit herinneringsplaatje werd hier aangebracht op de dag van het vertrek uit Rome van de Vrouwen van Bethanië Josefa Koet en Leideke Galema. Gedurende meer dan veertig jaar waren zij de oecumenische gidsen van Rome.

Anno Domini 18 maart 2001.