Broederschap

De Aartsbroederschap van het Allerheiligst Sacrament

De Friezenkerk heeft een lange geschiedenis met de Lage Landen. In de loop van die geschiedenis waren er hoogte- en dieptepunten. Zo waren er na de Reformatie eeuwenlang nauwelijks bewoners van de Lage Landen die de band met Rome konden onderhouden. Toch bleef de Friezenkerk door een bijzondere groep gelovigen in gebruik en daardoor bewaard voor het nageslacht. Zij zijn onze huisgenoten in de Friezenkerk.

Een broederschap is een groepering van gelovigen die een aantal doelen nastreeft. Allereerst de sterking en de beleving van het eigen geloof. Vervolgens hebben een aantal broederschappen zich ook geëngageerd in maatschappelijke acties, in caritatieve initiatieven en ondersteuning van de lokale parochies. Ook in ons land bestaan er nog altijd een hele reeks broederschappen, waarvan velen al eeuwenlang bestaan.

       

In maart 1540 werd de Aartsbroederschap van het Heilig Sacrament gesticht in de Sint Pietersbasiliek. We bevinden ons dan onder het pausschap van Paulus III Farnese (1534 tot 1549). Op dat moment was de huidige basiliek volop in aanbouw. De eerstesteenlegging van de huidige Sint Pieter gebeurde in het jaar 1506. Onze Aartsbroederschap was de vierde dergelijke groep in Rome. Zij werd gesticht met het doel de cultus, de vroomheid en de devotie tot het Heilig Sacrament van het altaar, de eucharistie, te helpen bevorderen, en wel met “alle ijver” die maar mogelijk was. De Aartsbroederschap wilde dit doel vooral in de Sint Pietersbasiliek nastreven, de grootste kerk der christenheid. Gegeven de status van de Sint Pieter was de waardige viering en verering van de eucharistie van groot belang.

Regels, organisatie en geschiedenis

Paus Paulus III keurde de eerste statuten en regels voor de broederschap goed. De officiële naam luidde: “Aartsbroederschap van het Allerheiligst Lichaam van Christus”. In 1578 werd de naam veranderd in: “Aartsbroederschap van het Allerheiligst Sacrament”. Alle clerici van de Sint Pieter waren lid van deze Aartsbroederschap, alsmede de leidende bisschoppen en priesters van de Sint Pieter. Zo is de aartspriester van de Sint Pieter, tegenwoordig aartsbisschop Comastri, nog altijd de hoogste geestelijke bestuurder van deze broederschap. Daarnaast telde de broederschap een groeiend aantal lekenleden, die de doelstellingen van de groepering hielpen realiseren. De statuten, voor het laatst fundamenteel gewijzigd in 1924, voorzien in een gedetailleerde leiding.

Er zijn allerlei functies binnen de broederschap, die natuurlijk met administratie, financies, archiefbeheer e.d. van doen hebben. Verder zijn er de interne taken die helpen het doel van de broederschap te bereiken: leden zijn verantwoordelijk voor de gewaden, voor de waardige viering van de liturgie, voor de nieuwe leden, voor het ambt van koster, enz. De broederschap vergaderde in het begin in een zijkapel van de oude Sint Pieter, gebouwd door keizer Constantijn in de vierde eeuw. Ook haar vieringen en devoties hield de groep in enkele zijkapellen en aan enkele altaren van de oude Sint Pieter. Toen de bouw van de nieuwe Sint Pieter vorderde en gedeelten van de oude Sint Pieter een voor een afgebroken werden, moest de broederschap op een bepaald moment uitwijken.

De Friezenkerk en de Broederschap

Na een tijd van omzwervingen, waarbij de broederschap diverse kerken gebruikte, kwam zij uiteindelijk rond 1608 in de Friezenkerk terecht. Hier begint dan het verhaal van de huisgenoten. De komst van de broederschap en hun gebruik van de Kerk van de HH. Michaël, aartsengel, en Magnus betekende in feite de redding van deze voor ons Nederlanders zo belangrijke kerk. Diverse andere historische kerken rond de Sint Pieter verdwenen. Maar deze kerk kwam in het bezit van het kathedraal bestuur van de Sint Pieter, en werd dus in gebruik gegeven aan de broederschap. Als goede huisvaders beheerden zij de kerk en bewaarden haar tot op het moment waarop de tijd rijp was voor een hernieuwd engagement vanuit de Nederlandse kerkgemeenschap..

Ongeveer 30 jaar geleden ondertekende Mgr. Muskens, toen de rector van het pauselijk Nederlands college, een gebruiksovereenkomst met de eigenaren van de kerk, het kathedraal kapittel van de Sint Pieter. Vanaf dat moment gebruiken de Nederlandse gemeenschap én de broederschap de kerk als huisgenoten.

Verleden en heden

Het spreekt vanzelf dat de broederschap, nu zij al bijna vier eeuwen de Friezenkerk gebruikt, vele hoogdagen gekend heeft. Op onderstaande foto is te zien hoe in 1930 de uitvaart van Kardinaal Merry del Val in de Friezenkerk gevierd werd. Op het ogenblik bestaat de broederschap uit 35 leden.

Diaken Kees van Duin, sinds het begin van de vieringen in het Nederlands koster en acoliet, werd ook lid van de broederschap, om de band tussen de twee groeperingen in de Friezenkerk te versterken. De Nederlanders die de heilige mis om half elf op zondag bezoeken, merken niets van de broederschap. Maar dat betekent niet dat hun aanwezigheid niet meer bestaat. Elke zondagmorgen om acht uur vieren zij de eucharistie in het Italiaans. Na de mis volgt dan een lang gezongen officie (koorgebed) in het Latijn, waarin de leden van de broederschap bidden voor de overleden en levende leden en hun families. Het koorgebed heeft duidelijke monastieke elementen, zoals het psalmodiëren en het voorzingen door twee leden-cantores. Verder zijn er de regelmatige aanbiddingmomenten voor het Allerheiligste.

 

Vanuit de huidige tijd bekeken lijkt de broederschap op het eerste gezicht een overblijfsel uit het verleden. Toch heeft juist deze groep gelovigen, een historische plek voor de Lage Landen naast het Vaticaan, eeuwenlang behoed en bewaard. Daarvoor verdienen zij onze waardering en dankbaarheid.