Wij mogen elkaar feliciteren met onze Friezenkerk. Dertig jaar zijn Nederlanders hier, in de schaduw van de Sint Pieter, thuis in Rome. Wat een geluk dat wij hier een eigen plaats hebben. Pelgrims, die zijn komen lopen of komen fietsen vanuit Nederland, worden hier welkom geheten. Het voelt als een afsluiting. Nu, zeggen ze, na de mis de Oorkonde en de nodige stempels, is het helemaal goed. Leerlingen van scholen uiten zich niet altijd zo gemakkelijk, maar via de leerkrachten hoor je dat bij ons vaak hun ogen open gaan voor de rijke geschiedenis die er is tussen Nederland en Rome. We vertellen ze over de H. Petrus die hier is. Met de Paus is hier het centrum van de Kerk. Al van voor achthonderd is het een komen en gaan van Nederlanders naar Rome. Willibrordus, die bij ons het geloof heeft verkondigd, was een van de eersten. Hij werd in Rome tot de eerste bisschop van Utrecht gewijd. In zijn kielzog kwamen vele gelovigen. Soms om een belofte in te lossen omdat ze iets op hun kerfstok hadden. Maar ook vele intellectuelen vonden hun weg naar Rome. Priesters, zusters, maar ook schrijvers en dichters, schilders en architecten, musici en liturgisten, juristen en ambassadeurs. In Rome is zo veel te halen. Hier merk je dat de geschiedenis niet voorbij is, maar dat die nog volop aanwezig is. Hier mag je heel rijk in het leven staan omdat je in de geschiedenis mag staan. Al wat was dat is er levend aanwezig. Daarenboven is in Rome op tal van niveaus en binnen heel verschillende uitingsvormen het geloofsgetuigenis van de Apostelen, vooral van Petrus en Paulus, krachtig aanwezig. Dit getuigenis draagt ook de Synagoge die vanuit de tijd voor Christus aanwezig is in Rome. De inhoud van dit geloofsgetuigenis is dat ons wordt voorgehouden te geloven dat de macht van het kwaad gebroken is en dat de dood is overwonnen. Christus is verrezen. Via de Friezenkerk zingen de Nederlandse bloemen deze boodschap uit over de hele wereld op het Sint Pietersplein. Het ontroert me als ik merk dat de ogen van jonge bezoekers aan onze kerk opengaan. Al is het maar voor even. Het zaad moet in de aarde vallen en sterven om vrucht te dragen. Onze kerk is er. Om de H. Mis bij te wonen. Om koffie te drinken. Om te luisteren naar het verhaal van Rome uit Nederlands perspectief. Vooral ook om elkaar te ontmoeten. Het is een plaats van Oecumene. Een plaats waar mensen, door het Sacrament van het H. Vormsel te ontvangen, een bewuste keuze maken voor een actief geloofsleven. Het is een plaats die men kent en waardeert. Bezoekers van alle rangen en standen komen naar ons toe. Of het gaat journalisten of om ministers, om vrome oma’s of om de koning en de koningin. Allen voelen ze: ‘wij zijn als Nederlanders rijk met onze Bedevaartskerk in Rome.’ Die kerk is toegewijd aan de aartsengel Michael en aan Magnus. Die kerk is, om het zo te zeggen, teruggevonden door monseigneur Muskens. Die kerk heeft glans gekregen door heel veel pelgrims, door heel veel weldoeners, door heel veel vrijwilligers, door heel veel bestuurders, door heel veel priesters, paters, zusters, dominees, theologen en bisschoppen die de geschiedenis iedere keer opnieuw weer tot leven wisten te brengen.

Bisschop Antoon Hurkmans

Rector van de Friezenkerk in Rome