Familieruzies zijn vaak zeer hardnekkig. Dit omdat familiebanden altijd meerdere lagen kennen en intens zijn. Ook zijn die banden niet altijd eenduidig. Er is liefde en afgunst, behagen en afgunst, vertrouwen en angst en vaak zijn er nog heel wat andere aan elkaar tegengestelde belevingen. Familieruzies kunnen ontstaan door serieuze problemen, maar ook zijn de aanleidingen vaak zaken die er niet toe doen. Zij veroorzaken vaak veel lijden. Zij kunnen het leven bitter en eenzaam maken. Om tot een oplossing te komen moet men grote stappen zetten. Vaak wacht een oplossing op een gunstig moment. Ook kan bemiddeling een uitkomst bieden.

De broers van Jozef gaan vanwege een hongersnood zonder het te weten terug naar Jozef. Jakob stuurt ze, zonder Benjamin, de enige volle broer van Jozef, naar Egypte want daar is wonder boven wonder graan te kopen. Ze kopen graan, maar het geld dat ze betalen vinden ze terug bij het graan in de zakken. Als ze een tweede keer gaan, moeten ze, dat had Jozef geëist, Benjamin meenemen. Onder protest en door de nood gedwongen staat Jakob toe Benjamin mee te nemen. Na vele omwegen vindt dan in Egypte de hereniging plaats tussen Jozef en zijn elf broers. Ze omhelzen elkaar en er vloeien rijkelijk tranen van verdriet en vreugde. Jozef is het die allen gerust stelt. Hij zegt dat alles wat er is gebeurd is gebeurd omdat God het zo beslist heeft. Ik moest jullie voorgaan naar Egypte opdat wij allen, onze vader, jullie, jullie vrouwen en jullie kinderen in leven zouden blijven in de hongersnood die nu heerst. In overleg met de Farao stuurt Jozef wagens en paarden naar Kanaan om zijn vader en heel de familie op te halen. Jakob kwam in Egypte tezamen met Jozef die in Egypte getrouwd was en twee zonen had, met zijn zonen en kleinkinderen, met zestig mannen. Ook bracht hij zijn vee en al zijn goed mee. Zij mochten gaan wonen in het vruchtbaarste deel van Egypte. God had hen door middel van Jozef meer gegeven dan ze hadden durven hopen. Jakob vraagt wel bij zijn aankomst na zijn sterven te mogen rusten in het graf van zijn voorvaderen in het land dat God aan Abram beloofd had.

Het is een hele kunst om het leven te leven dat voor je is weggelegd, dit met de mensen die je gegeven zijn. Eigenlijk is dit maar op te brengen als je ontdekt hoe God werkzaam is in jouw leven. Wij geloven in een God van mensen. Wij geloven in een God die werkt door mensen. We krijgen het leven. We krijgen het geloof in God. We krijgen elkaar. Daarom is het een goed levensprincipe om te vragen en te danken voor het leven, om te vragen en te danken voor het geloof en om te vragen en te danken voor onze familie.

Bisschop Antoon Hurkmans

Rector van de Friezenkerk in Rome

ahurkmans@bisdomdenbosch.nl