Bijbel XXVII

Exodus

Mozes en Aaron

Soms maakt een mens mee dat hij denkt boven zijn kracht beproefd te worden. Vol geloof is hij zijn weg gegaan. Hij is een huwelijk aangegaan. Hij heeft een positie op zich genomen. En dan plots komen er obstakels op de weg die niet te overwinnen lijken te zijn. De zorgen van de dag overwoekeren de liefde. Jaloezie van anderen ontneemt de smaak aan het werk. Het leven raakt los van de oorspronkelijke bezieling. Het hart wordt koud en hard. Dan moet een mens terug naar de genade van het begin. Wat was het diepste dat me bracht tot het huwelijk? Wat was het vuur dat me deed zeggen: ik zal je trouw zijn in goede en kwade dagen, ik beloof je mijn liefde. Dan kom je bij het mysterie van je bestaan. Het waren niet alleen mijn woorden, maar ook God zei die woorden in mij. Dan besef je dat de weg volgen zwaar kan zijn, maar dat stoppen geen optie is. Dan leef je immers niet meer jouw leven. Zoals gelovigen telkens weer de weg moeten vinden naar de levende God, zo moeten ook man en vrouw telkens weer de weg vinden naar de plaats waar de liefde brandt. Dit geldt op een ander niveau eveneens voor je levensopdracht in de samenleving. Als je aan de grens komt kom je bij God. Hij maakt in en met jou het onmogelijke waar.

Wanneer u de verhalen rond de roeping van Mozes leest zult u ontdekken dat Mozes een reeks van bezwaren naar voren brengt. Hij kan zijn levensopdracht niet zomaar aanvaarden. Hij zou liever weglopen. Van alles speelt er door zijn hoofd. Zal mijn volk mij accepteren, zal het mij geloven, wat moet ik zeggen als zij vragen wie mij gestuurd heeft, hoe kom ik tegenover Farao uit mijn woorden? Het waren menselijke bezwaren. Een mens die zijn grenzen zag. Op die grens stond God. Hij wilde met Mozes als leider zijn volk redden. God nam de bezwaren weg en beloofde aan Mozes: Ik zal Aaron, die een goed spreker is, naar je toesturen, hij kan het woord doen. Mozes gaat dan naar zijn schoonvader en zegt hem dat hij terug gaat naar Egypte met zijn vrouw en kind. Onderweg ontmoet hij Aaron. Zij omhelzen elkaar en gaan hun weg. Zij nemen hun taak op zich.

Hoe vinden we de weg naar God? Niet buiten het gewone leven, maar in het gewone leven. Het vraagt wel de vaardigheid af te dalen naar de diepere lagen van het leven. Lezen, godsdienstonderricht en het deelnemen aan het kerkelijk leven kan daarbij helpen. Die diepere lagen komen ook tot ons als het geluk ons toevalt. Eveneens wanneer we ons geconfronteerd weten met moeilijk te hanteren levensvragen. In die situaties is het moeilijker er grip op te krijgen. In feite is het mooi het hele leven te leven, het gewone leven van alle dag en het leven in de diepte. In de katholieke traditie beoefende men de dagelijkse geestelijke lezing. Terwijl de protestanten eerder grepen naar de Bijbel.

Bisschop Antoon Hurkmans

Rector van de Friezenkerk in Rome

ahurkmans@bisdomdenbosch.nl