In 1223 — achthonderd jaar geleden — wilde Franciscus van Assisi in de buurt van Greccio in Umbrië de geboorte van Jesus zichtbaar en zo concreet mogelijk vieren. Voor hem was Kerstmis het feest van de feesten, de dag waarop God, mens geworden, als kindje drinkt aan de borst van Zijn Moeder. Het verhaal van het Kerstfeest In Greccio — nu gehouden voor het ontstaan van de Kerststal in het westen — is niet een simpele vertelling en evenmin een verhaal om louter ontroering op te roepen, maar het is de uitleg van het Evangelie zonder meer omtrent het bijeen behoren van het mysterie van Gods nederige menswording en Zijn ons schenkende liefde in lijden, dood en verrijzenis.
De goddelijke geboorte ontsluiert de diepe zin van de kruisiging. Kerstmis voltooit zich in Pasen en wijst daarnaar vooruit. Het mysterie behelst de volledige onderwerping van God de Zoon aan de wil van God de Vader.

Twee weken voorafgaand aan Kerstmis 1223 liet Franciscus aan een vriend in Greccio zijn bedoeling weten: ‘Als je wilt dat we het hoogfeest bij jou in de buurt vieren, bereid dan voor wat ik je vraag: ‘Ik zou willen dat het Kind, geboren in Bethlehem, zo wordt herdacht dat wij met de lijfelijke ogen zicht krijgen op de armoedige omstandigheden waaronder Jesus is geboren met het gebrek aan de nodige dingen voor een pas geborene — Zijn kribbe als wieg en Zijn neerlegging op hooi tussen os en ezel.’
De vriend trof alle voorbereidingen en Franciscus vond die toen het Kerstavond was geworden. Daar waren een voederbak, wat hooi en een levende os en een levende ezel.
In dit op te bouwen tafereel zou de eenvoud van het Evangelie moeten blijken — de verheffing van de armoede en de lofprijzing op de deemoed.
Greccio was een nieuw Bethlehem geworden. De kribbe werd als het altaar, waarop de Eucharistie werd gevierd naast de os en de ezel om nog eens duidelijk de realiteit van toen weer te geven.
Franciscus als diaken zong het Evangelie met klare stem, preekte over de arme pas geboren Koning en over het kleine Bethlehem en over de armoede, de kleinheid, de vernedering — geliefde onderwerpen van Franciscus die getuigen van zijn spiritualiteit.

Eucharistie en menswording zijn van dezelfde werkelijkheid. God wordt mens en verootmoedigt Zich om de mens te redden. Kerstmis is ons heil.

Elke dag vernedert de Heer Zich, zoals Hij eertijds vanaf Zijn koninklijke zetel afdaalde in de schoot van de Maagd. Elke dag keert Hij vanuit Zijn hoge verhevenheid als de verheerlijkte Heer terug op het altaar in de handen van de priester. De kribbe is nu het altaar, waaraan de Eucharistie wordt gecelebreerd. Waar toendertijd de dieren hooi hebben gegeten, eten wij nu het eucharistische brood. Christus in Zijn incarnatie en opstanding is voor ons het levensbrood geworden.

Zalig Kerstmis.
Antoine Bodar, rector van de Friezenkerk.

(Literatuur: Giancarlo Pani S.J., ‘San Francesco: Il presepe di Greccio’, La civiltà cattolica 2023 IV 443-463.)